Martijn Kardol | Marti Jansen | Speelman gedichten, lied over TOZ
Speciaal geschreven gedichten, lied voor Theater op ’t Zand door de jaren heen met gepaste trots lezen en luistern wij dit terug bedankt heren .
Martijn Kardol, Lied | 2011
Speelman en Speelman, Lied | 2014
Marti Jansen, Gedicht | 2015
Martijn Kardol | 2011
Al eeuwenlang kleurt het zand
Van het midden tot
aan de rand
In blanke, soms zongebruinde kleur
Zo zijn ze dat gewend
Tot in ieder volkssegment
Van koning tot zandkastelenbouwer
REFREIN:
In onze eigen zandverstuiving kennen wij elkaar
We weten wie de buren zijn
We weten wat er speelt
In onze eigen zandverstuiving helpen wij elkaar
We vegen onze stoepjes schoon
En praten met elkaar
Maar toen was daar de bakker
Hij lag al nachtenlang zo wakker
Hij kon de vraag naar taarten onderhand niet aan
Dus hij schreef een advertentie
Wie kan mij helpen ?
wie bakt zandtaart bij de vleet?
Hij kreeg nul op zijn rekest
Want in het zand daar was de rest
Alles behalve bakker
Op een dag kwam toch één brief
Uit een totaal ander gewest
Had Mohammed een brief naar hem geschreven
VANAF HIER PARLANDO:
En zo kon het dus gebeuren
Dat een zwarte korrel
op ’t zand was te bespeuren
Tussen alle blanke korrels op ’t zand
Liepen twee zwarte korrels hand in hand,
Want ja, Mohammed had zijn vrouw natuurlijk ook meegenomen
En ja, de witte korrels spraken schand
Want dit waren ze toch niet zo gewend
Dit kon toch niet zomaar? Wat deden die korrels hier?
Waarom greep niemand in? Waar bleef de politiek? Waarom stuurde niemand die korrels terug? Ze waren lui, ze aten anders, praatten anders, zaten soms een hele middag op hun schoongeveegde stoep. Om naar maar te zwijgen van hun kinderen; de tweedegeneratie zwarte zandkorrel; inbraken, overvallen op zandbanken, noem het maar op.
De sfeer werd grimmig op de zandvlakte; de eens zo rustige sfeer was verpest. De politiek benoemde in die tijd de allereerste probleemzandverstuiving. Voor en tegenstanders van de gastarbeider vielen rollend over elkaar heen; massa’s witte zandkorrels vertrokken uit de zandvlakte om ergens anders te gaan wonen. Deze tijd zou later de geschiedenisboeken ingaan als de “eerste grote zandstorm”. Deskundigen zijn het er nog steeds niet over eens; wie is nou schuldig aan de eerste grote zandstorm, daar ergens in de buurt van Kootwijk, was het de bakker, was het Mohammed, of waren het de witte zandkorrels, die vooruitgang en vernieuwingen maar eng vonden.
Het mooie aan een sage is dat de verteller altijd zijn eigen verhaal van de sage vertelt. En zo verandert het antwoord op deze vraag dus ook nog altijd; een schuldige aan de eerste grote zandstorm zal nooit worden aangewezen; wij doen het samen.
Speelman en Speelman Lied voor Theater op ’t Zand | 2014
Marti Jansen Gedicht | 2015
THEATER OP ‘T ZAND
Ik volgde het oude bospad
Passeerde er Meester Prikkebeen
Met zijn ezel en zijn pipowagen rijd hij
Zomaar nergens heen
Ik volgde de stroom van mensen
Uit alle rangen kwamen zij
Samen bereikten we het Kootwijker Zand
Wat ik toen zag maakte me werkelijk blij
Ik zag er een clown.. in felle kleuren
Een troubadour op zijn trompet
De minstreel bezong het leven
De bard bespeelde zijn klarinet
Ik zag er de uitvoering van twee heren
Die een stripverhaal in beeld vertelden
De prachtige bewegingen en gebaren
Die dit verhaal vergezelden
Ik sprak er de herfstfee in vol ornaat
Over haar had ik zo vaak gedicht
Ze herkende me in een ogenblik
Ze zag de vreugde in mijn gezicht
Ik voelde het zand tussen mijn tenen
Terwijl ik van heel het schouwspel genoot
Hoorde de aankondiging van alles
Van die prachtige dame in het rood
Maar bovenal genoot ik van de sfeer
Kunst en cultuur uit het hart
Mensen die relaxten op hun kleedjes
Luisterend naar de minstreel en de bard
Ik sprak er vrienden en bekenden
We hebben het naar ons zin gehad
Toch kan ik niet de sfeer verwoorden
Slechts zij die er waren voelden dat
Daarom dank ik oprecht de mensen
De artiest.. de bedenker en de cateraar
Voor de vreugde en de warmte
Die ik koester en in mijn hart bewaar